Een incassobureau mag niet zomaar hoge bedragen in rekening brengen om een openstaande vordering te kunnen innen. De wet vereist namelijk dat er eerst aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, voordat een vordering uit handen wordt gegeven. Zo moet de schuldeiser niet alleen een factuur hebben verstuurd, maar ook een herinnering (dit kan zowel schriftelijk als telefonisch). Daarna moet de schuldeiser een aanmaning hebben verstuurd waarin onder meer is beschreven dat de vordering uit handen wordt gegeven als de debiteur niet binnen 14 dagen wordt betaald, wat het te vorderen bedrag is en wat de incassokosten zijn als er geen gehoor wordt gegeven aan het verzoek om binnen 14 dagen te betalen.
Berekening van de incassokosten
De incassokosten die het incassobureau mag berekenen is aan wettelijke kaders gebonden. Het bedrag mag een percentage van de hoofdsom zijn, en de hoogte van het percentage van het bedrag hangt af van de omvang van de hoofdsom. Voor de eerste € 2.500 mogen 15% incassokosten worden berekend, met een minimum van € 40. Over de tweede € 2.500 mogen 10% incassokosten berekend, en over de volgende € 5.000 5% en over de volgende € 190.000 mag 1% worden berekend. Als de hoofdsom dus in totaal € 15.000 euro is, dan mogen de incassokosten niet hoger zijn dan € 925 euro. Als er meer kosten worden gerekend, dan mag de debiteur bezwaar maken tegen de incassokosten. Dit betekent niet dat de debiteur de betaling kan opschorten: de hoofdsom, wettelijke rente over de hoofdsom en de correcte incassokosten moeten gewoon betaald worden.
Kijk voor meer informatie op Wet en regelgeving Incassokosten
Overige kosten van het incassobureau
Naast de incassokosten mag het incassobureau ook rente in rekening brengen, maar dit is dan uitsluitend de wettelijke rente over de verschuldigde hoofdsom. Bovendien mag het incassobureau ook btw in rekening brengen over de incassokosten, als de schuldeiser zelf niet btw-plichtig is. Een incassokantoor mag daarnaast geen andere kosten in rekening brengen, zoals herinneringskosten, kantoorkosten, administratiekosten en/of aanmaningskosten. Als de debiteur ook niet reageert op de brieven van het incassobureau, dan zal er uiteindelijk meestal een deurwaarder worden ingeschakeld om toch betaling te krijgen. De deurwaarder heeft veel meer mogelijkheden om de openstaande vordering te innen, bijvoorbeeld door beslag te leggen op de inboedel.
Beslag leggen op de auto
Incassobureaus mogen geen loonbeslag leggen, of beslag leggen op de inboedel of op goederen van de debiteur. De deurwaarder mag dat wel. De deurwaarder kan kosten in rekening brengen voor het uitbrengen van dagvaardingen, het leggen van beslag en meer dergelijke kosten. De deurwaarder kan overigens alleen beslag leggen met een vonnis van de rechter. De deurwaarder mag ook loonbeslag leggen. Dit kan niet op het volledige salaris of de volledige uitkering, want de deurwaarder moet rekening houden met de beslagvrije voet. Bij voldoende inkomen is de beslagvrije voet minimaal 90% van de bijstandsnorm, inclusief vakantiegeld. Daarbij is de huishoudsamenstelling van belang. Voor alleenstaanden zonder kinderen gelden andere normen dan voor alleenstaanden met kinderen, bijvoorbeeld.
Wellicht ook interessant:
De incassokosten die de Overheid berekent